kinderverhalen

Ik liep buiten over straat. Het was gewoon een hele normale dag, totdat ik een appje kreeg van een onbekend nummer.“Huh, wie kan dat zijn?” In het appje stond: Kom om 2 uur ’s nachts naar de begraafplaats in Leiden. Oh, wat kon

Het is ´s nachts, drie uur. Het is stil en donker buiten. Ik ben wakker want ik had een nachtmerrie. Ik was verdwaald in een bos, maar er was gelukkig wel licht. In de verte zag ik dat daar een bus

Het was een zonnige maandagmiddag in de voorjaarsvakantie. Zoals altijd fietste ik naar de paarden niet zo ver bij mij vandaan. Ik trok mijn jas aan, schopte mijn sloffen uit en deed mijn paardrijlaarzen aan en sprong op mijn fiets.

Op straat loopt een hond. Hij loopt daar helemaal alleen. Niemand kijkt naar hem om. Hij is verdwaald en hij heeft heel erge honger. Hij wil ook graag spelen, maar hij heeft niemand om mee te spelen. Een klein meisje