De nachtmerrie
Het is ´s nachts, drie uur. Het is stil en donker buiten. Ik ben wakker want ik had een nachtmerrie. Ik was verdwaald in een bos, maar er was gelukkig wel licht. In de verte zag ik dat daar een bus
De verdwaalde hond
Op straat loopt een hond. Hij loopt daar helemaal alleen. Niemand kijkt naar hem om. Hij is verdwaald en hij heeft heel erge honger. Hij wil ook graag spelen, maar hij heeft niemand om mee te spelen. Een klein meisje